NOGEPA 1.1A / 2.8A
HLO / Leader Combi

De 1.1A / 2.8A HLO / Leader Combi is een combinatietraining van de NOGEPA 1.1A Helicopter Landing Officer en de NOGEPA 2.8A Leader Fire-Fighting.

Tijdens de 1.1A HLO wordt er geoefend met de theorie en praktijk van het uitvoeren van alle activiteiten die horen bij helikopteroperaties op een offshore installatie onder normale omstandigheden en noodsituaties.

Bij NOGEPA 2.8A Leader Fire-Fighting oefent de cursist met Offshore calamiteiten en acties die door een brandbestrijdings- en reddingsploeg genomen dienen te worden, in het geval van een noodsituatie op een offshore installatie.

• Tijdsduur:4 dag(en)
• Certificering:NOGEPA 1.1A
  NOGPEA 2.8A
• Geldigheid:2 jaar
• Toelatingseisen:Een geldig medisch certificaat voor de offshore
  Een geldig NOGEPA 2.6A/B inclusief minimaal 1 jaar ervaring in een brandbestrijdings- en Reddingsploeg

Meer informatie over NOGEPA 1.1A / 2.8A HLO / Leader combi

Na afronding van de combinatietraining NOGEPA 1.1A en NOGEPA 2.8A ontvangt de cursist twee aparte certificaten.

Inhoud:

Deze combinatietraining bestaat uit twee losse trainingen: Helicopter Landing Officer en Leader Fire-Fighting.

NOGEPA 1.1A Helicopter Landing Officer

• De gevaren van helikopteroperaties herkenen en kunnen handelen naar.
• Leiding geven en controleren bij het gereedmaken van het helikopterdek.
• Uitvoeren en registreren van oefeningen.
• Leiding geven aan en controleren van de uitvoering van normale en noodprocedures.
• Radioprocedures bij aankomst en vertrek.
• Document afhandeling na de landing met betrekking tot passagiers en vracht.
• Leiding geven en controleren bij het beladen van een helikopter.
• Leiding geven en controleren bij het em- en debarkeren van personen en of vracht.
• Brandstofbehandeling en uitvoeren van controles op brandstofkwaliteit.
• Brandstof laden.

NOGEPA 2.8A Leader Fire-Fighting

• Theorie betreffende de rol van leider bij brand en andere noodsituaties.
• Het leggen en onderhouden van adequate communicatielijnen met teamleden en leiding van de installatie of het bedrijf.
• Het verdelen en vastleggen van de taken in de brandbestrijdings- en reddingsploeg.
• Het beoordelen van de prestaties van de teamleden.
• Het evalueren van de juistheid en werkbaarheid van het brandbestrijdings- en reddingsplan.
• De kennis van de eisen met betrekking tot onderhoud van de uitrusting en voorraden.
• Praktijk door het daadwerkelijk uitvoeren van diverse brandbestrijdings- en
  reddingsoefeningen.